Nederlands » Roemeens | 94 [vierennegentig] | Voegwoorden 1

94 [nouăzeci şi patru] Conjuncţii 1

Wacht tot het ophoudt met regenen.	Aşteaptă până se opreşte ploaia.
Wacht tot ik klaar ben.	Aşteaptă până e gata.
Wacht tot hij terugkomt.	Aşteaptă până se întoarce.
Ik wacht tot mijn haar droog is.	Aştept până mi s-a uscat părul.
Ik wacht tot de film afgelopen is.	Aştept până se termină filmul.
Ik wacht tot het stoplicht groen is.	Aştept până se face verde la semafor.
Wanneer ga je op vakantie?	Când mergi în concediu?
Nog voor de zomervakantie?	Încă înainte de vacanţa de vară?
Ja, nog voor de zomervakantie begint.	Da, încă înainte să înceapă vacanţa de vară.
Repareer het dak voor de winter begint.	Repară acoperişul înainte să vină iarna.
Was je handen voor je aan tafel gaat.	Spală-te pe mâini înainte să te aşezi la masă.
Doe het raam dicht voor je naar buiten gaat.	Închide geamul înainte să ieşi.
Wanneer kom je naar huis?	Când vii acasă?
Na de les?	După curs?
Ja, nadat de lessen afgelopen zijn.	Da, după ce se termină cursul.
Nadat hij een ongeluk gehad had, kon hij niet meer werken.	După ce a avut un accident nu a mai putut lucra.
Nadat hij zijn baan kwijt was, is hij naar Amerika gegaan.	După ce şi-a pierdut slujba a plecat în America.
Nadat hij naar Amerika gegaan was, is hij rijk geworden.	După ce a plecat în America s-a îmbogăţit.

Taal en Wiskunde

Denken en taal behoren samen. Ze gaan elkaar wederzijds beïnvloeden. De taalkundige structuren karakteriseren de structuren van ons denken. In sommige talen zijn er bijvoorbeeld geen woorden voor getallen. De sprekers kunnen het concept van de nummers niet begrijpen. Ook wiskunde en talen behoren op een of andere manier bij elkaar. Grammaticale en wiskundige structuren zijn vaak gerelateerd. Sommige onderzoekers geloven ook dat ze soortgelijke verwerking hebben. Ze denken dat het talencentrum ook voor de wiskunde verantwoordelijk is. De hersenen kunnen daarbij helpen om berekeningen uit te voeren. Recente onderzoeken komen echter tot een andere conclusie. Ze tonen aan dat onze hersenen de wiskunde zonder taal verwerkt. Onderzoekers hebben drie mannen onderzocht. De hersenen van deze personen waren beschadigd. Daardoor werd ook het taalcentrum beschadigd. Tijdens het spreken hadden de mannen grote problemen. Ze konden geen eenvoudige zinnen meer opstellen. Ook woorden konden ze niet begrijpen. Na de spraaktest moesten de mannen wiskundige problemen oplossen. Sommige van deze wiskundige puzzels waren erg complex. Toch konden de testpersonen het oplossen! Het resultaat van dit onderzoek is interessant. Het laat zien dat wiskunde niet met woorden gecodeerd zijn. Mogelijk hebben taal en wiskunde dezelfde basis. Beide worden vanuit hetzelfde centrum verwerkt. Wiskunde hoeft echter niet eerst in een taal worden vertaald. Misschien ontwikkelen taal en wiskunde zich ook samen... Wanneer de hersenen klaar zijn, bestaan ze onafhankelijk van elkaar!