Nederlands » Indonesisch | 91 [eenennegentig] | Bijzinnen met dat 1

91 [sembilan puluh satu] Anak kalimat dengan bahwa 1

Het weer wordt morgen misschien beter.	Cuaca esok hari mungkin akan membaik.
Hoe weet u dat?	Dari mana Anda mengetahui hal itu?
Ik hoop dat het beter wordt.	Saya harap, bahwa cuaca menjadi lebih baik.
Hij komt heel zeker.	Dia pasti datang.
Is dat zeker?	Yakin?
Ik weet dat hij komt.	Saya tahu, bahwa dia datang.
Hij belt zeker op.	Dia pasti menelepon.
Werkelijk?	Benarkah?
Ik geloof dat hij opbelt.	Saya percaya, bahwa dia menelepon.
De wijn is zeker oud.	Minuman anggurnya benar-benar sudah lama.
Weet u dat zeker?	Apakah Anda benar-benar mengetahuinya?
Ik vermoed dat hij oud is.	Saya menduga, bahwa anggurnya lama.
Onze chef ziet er goed uit.	Bos kami tampan.
Vindt u?	Bagaimana menurut Anda?
Ik vind dat hij er zelfs zeer goed uitziet.	Menurut saya, bahwa dia bahkan benar-benar tampan.
De chef heeft zeker een vriendin.	Bos itu pasti memiliki seorang kekasih.
Denkt u dat echt?	Apakah Anda benar-benar percaya?
Het is goed mogelijk dat hij een vriendin heeft.	Bisa jadi, bahwa dia mempunyai seorang kekasih.

Hoe leren de hersenen grammatica?

Als baby's beginnen wij onze moedertaal leren. Dit gebeurt geheel automatisch. We merken er niets van. Onze hersenen moeten echter bij het leren veel veroorloven. Als we bijvoorbeeld grammatica leren, moet het veel werk verrichten. Elke dag hoort de hersenen nieuwe dingen. Het krijgt steeds nieuwe impulsen. De hersenen kunnen niet elke puls individueel verwerken. Het moet economisch handelen. Daarom gaan de hersenen zich op regelmatigheden oriënteren. De hersenen herinnert hoe vaak het iets hoort. Het registreert hoe vaak een bepaald ding voorkomt. Uit deze voorbeelden worden vervolgens dan een grammaticale regel gemaakt. Kinderen weten of een zin juist of onjuist is. Ze weten echter niet waarom dat zo is. De hersenen kennen de regels, zonder dat ze het geleerd te hebben. Volwassenen gaan de talen op een ander manier leren. Ze weten al de structuren van hun moedertaal. Deze vormen de basis voor de nieuwe grammatica regels. Volwassenen hebben echter onderwijs nodig om te kunnen leren. Bij het leren van de grammatica gebruiken de hersenen een vast systeem. Dat wordt bijvoorbeeld door zelfstandige naamwoorden en werkwoorden zichtbaar. Ze worden in verschillende hersengebieden opgeslagen. Bij de verwerking zijn verschillende gebieden actief. Ook worden eenvoudige regels anders geleerd dan complexe regels. Bij complexe regels gaan verschillende hersengebieden samenwerken. Het is nog niet onderzocht hoe de hersenen de grammatica gaat leren. Ze weten echter wel dat het theoretisch gezien elke grammatica kan leren...