Nederlands » Italiaans | 10 [tien] | Gisteren – vandaag – morgen

10 [dieci] Ieri – oggi – domani

Gisteren was het zaterdag.	Ieri era sabato.
Gisteren was ik in de bioscoop.	Ieri sono stato al cinema.
De film was interessant.	Il film era interessante.
Vandaag is het zondag.	Oggi è domenica.
Vandaag werk ik niet.	Oggi non lavoro.
Ik blijf thuis.	Resto a casa.
Morgen is het maandag.	Domani è lunedì.
Morgen werk ik weer.	Domani lavoro di nuovo.
Ik werk op kantoor.	Lavoro in ufficio.
Wie is dat?	Chi è?
Dat is Peter.	È Peter.
Peter is student.	Peter è uno studente.
Wie is dat?	Questa chi è?
Dat is Martha.	Questa è Martha.
Martha is secretaresse.	Martha è una segretaria.
Peter en Martha zijn vrienden.	Peter e Martha sono amici.
Peter is de vriend van Martha.	Peter è l’amico di Martha.
Martha is de vriendin van Peter.	Martha è l’amica di Peter.

Tekens als taal

De mens heeft de talen ontwikkeld om te communiceren. Zelfs de doven en slechthorenden hebben hun eigen taal. Dit is de gebarentaal, een taal voor alle dove mensen. Het bestaat uit een combinatie van tekens. Daarmee is het een visuele taal, ofwel "zichtbaar". Wordt de gebarentaal ook internationaal begrepen? Nee, ook bij tekens zijn er verschillende nationale talen. Elk land heeft zijn eigen gebarentaal. En dat wordt door de beschaving van het land beïnvloed. Omdat de taal zich aan de cultuur ontwikkelt. Dat is ook het geval bij niet gesproken taal. Er is echter ook een internationaal gebarentaal. Hun tekens zijn wat ingewikkelder. Toch vergelijkbaar met de nationale gebarentalen. Veel tekens zijn iconisch. Deze zijn op de vorm van de objecten die ze vertegenwoordigen gebaseerd. De meest gebruikte gebarentaal is de American Sign Language. Gebarentalen worden als volwaardige talen erkend. Ze hebben hun eigen grammatica. Deze verschilt van de grammatica in de gesproken taal. Daarom kan men de gebarentaal niet woord voor woord vertalen. Er zijn echter tolken voor de gebarentaal. In de gebarentaal wordt de informatie parallel overgedragen. Dit betekent dat een enkel teken een hele zin kan uitdrukken. ook in de gebarentaal zijn dialecten. Regionale bijzonderheden hebben hun eigen tekens. En elk gebarentaal heeft zijn eigen intonatie en prosodie. Ook bij tekens geldt: Ons accent verraadt onze herkomst!