Nederlands » Catalaans | 18 [achttien] | Grote schoonmaak

18 [divuit] Fer neteja

Vandaag is het zaterdag.	Avui és dissabte.
Vandaag hebben we tijd.	Avui tenim temps.
Vandaag maken we het huis schoon.	Avui netegem l’apartament.
Ik maak de badkamer schoon.	Jo netejo la cambra de bany.
Mijn man wast de auto.	El meu marit renta el cotxe.
De kinderen maken de fietsen schoon.	Els nens netegen les bicicletes.
Grootmoeder geeft de planten water.	L’àvia rega les flors.
De kinderen ruimen de kinderkamer op.	Els nens ordenen l’habitació dels nens.
Mijn man ruimt zijn bureau op.	El meu marit ordena el seu escriptori.
Ik doe de was in de wasmachine.	(Jo) poso la roba a la rentadora.
Ik hang de was op.	(Jo) estenc la roba.
Ik strijk de kleren.	(Jo) planxo la roba.
De ramen zijn vuil.	Les finestres estan brutes.
De vloer is vuil.	El terra està brut.
De afwas is vuil.	La vaixella és bruta.
Wie maakt de ramen schoon?	Qui neteja les finestres?
Wie stofzuigt?	Qui passa l’aspiradora?
Wie doet de afwas?	Qui renta la vaixella?

Moedertaal en vadertaal!

Van wie heeft u als kind uw taal geleerd? U zult zeker zeggen: van de moeder! Dat denken de meeste mensen in deze wereld. De term moedertaal bestaat in bijna alle landen. Zowel de Engelsen als de Chinezen kennen dat. Misschien omdat moeders meer tijd spenderen met de kinderen. Recente onderzoeken komen echter tot andere conclusies. Zij tonen aan dat onze taal meestal de taal is van onze vaders. Onderzoekers bestudeerden genetisch materialen en talen van gemengde volkeren. Bij deze volkeren stammen de voorouders uit verschillende culturen. Deze volkeren zijn duizenden jaren geleden ontstaan. Grote volksverhuizingen waren de oorzaak. Het genetisch materiaal van deze gemengde volkeren werden genetisch geanalyseerd. Daarna werden de talen van de volkeren vergeleken. De meeste volkeren spreken de taal van hun mannelijke voorouders. Met andere woorden, de taal die behoort tot het Y-chromosoom. Mannen hebben dus hun taal naar vreemde landen meegebracht. En de vrouwen hebben de nieuwe taal van de mannen overgenomen. Maar zelfs tegenwoordig hebben mannen een grote invloed op onze taal. Omdat baby's zich bij het leren aan de taal van hun vaders gaan oriënteren. Vaders praten duidelijk minder met hun kinderen. Ook de mannelijke zinsbouw is eenvoudiger dan het vrouwelijke. Zo is de taal van de vader voor baby's meer geschikt. Het overdonderd niet en is gemakkelijker aan te leren. Daarom gaan kinderen bij het praten papa in plaats van mama nadoen. Later worden echter de woorden van de moeder voor de taal van het kind gebruikt. Dus invloeden zowel de moeder als ook de vader onze taal. Het moet eigenlijk de ouders taal heten!