Taalgids

MP3 Over het boek

85 [vijfentachtig]

Vragen – Verleden tijd 1

85 [vyf en tagtig]	Vrae – Verlede tyd 1

Kies hoe u de vertaling wilt zien:

Grote letters, grote gevoelens

In de reclame worden vele afbeeldingen getoond. Afbeeldingen geven ons een speciale interesse. We kijken het langer en intenser aan dan de letters. Zo kunnen we de reclame, die in het beeld verschijnt, beter herinneren. Ook gaan de beelden sterke emotionele reacties doorgeven. Beelden worden in de hersenen zeer snel herkend. Het weet onmiddellijk wat er te zien is op het scherm. Letters functioneren anders dan beelden. Ze zijn abstracte tekens. Daarom gaan onze hersenen langzamer op tekens reageren. Het moet eerst inzicht hebben in de betekenis van het woord. Je zou kunnen zeggen dat de tekens vanuit de taalhersenen vertaald moeten worden. Ook met tekens kunnen emoties gemaakt worden. Dan moet de tekst zeer groot afgedrukt worden. Onderzoeken tonen aan dat grote letters ook een groot effect hebben. Grote letters zijn niet alleen meer opvallend dan kleine letters. Ze hebben ook een sterkere emotionele reactie. Dit geldt voor zowel positieve als negatieve emoties. De grootte van de dingen waren altijd al van groot belang voor de mens. Bij gevaar moeten mensen snel reageren. En als er iets groot is, dan is het meestal erg dichtbij! Het is wel te begrijpen dat grote beelden sterke reacties genereren. Minder duidelijk is hoe we op grote tekens gaan reageren. Tekens zijn eigenlijk geen signaal voor de hersenen. Toch komt er een grotere activiteit bij het zien van grote tekens. Voor wetenschappers is dit resultaat zeer interessant. Het laat zien hoe belangrijk letters voor ons zijn geworden. Onze hersenen heeft op een of andere manier geleerd om op letters te reageren...

Downloads zijn GRATIS voor persoonlijk gebruik, openbare scholen of niet-commerciële doeleinden.
LICENTIEOVEREENKOMST | Meld eventuele fouten of onjuiste vertalingen hier!
Afdruk | © Copyright 2007 - 2025 Goethe Verlag Starnberg en licentiegevers.
Alle rechten voorbehouden. Contact

Hoeveel heeft u gedronken?	H_e_e_l h_t u g_d_i_k_ Hoeveel het u gedrink? H______ h__ u g_______ Hoeveel het u gedrink? _______ ___ _ ________ Hoeveel het u gedrink?
Hoe lang heeft u gewerkt?	H_e_e_l h_t u g_w_r_? Hoeveel het u gewerk? H______ h__ u g______ Hoeveel het u gewerk? _______ ___ _ _______ Hoeveel het u gewerk?
Hoeveel heeft u geschreven?	H_e_e_l h_t u g_s_r_f_ Hoeveel het u geskryf? H______ h__ u g_______ Hoeveel het u geskryf? _______ ___ _ ________ Hoeveel het u geskryf?

Hoe heeft u geslapen?	H_e h_t u g_s_a_p_ Hoe het u geslaap? H__ h__ u g_______ Hoe het u geslaap? ___ ___ _ ________ Hoe het u geslaap?
Hoe bent u voor het examen geslaagd?	H_e h_t u d_e e_s_m_n g_s_a_g_ Hoe het u die eksamen geslaag? H__ h__ u d__ e______ g_______ Hoe het u die eksamen geslaag? ___ ___ _ ___ _______ ________ Hoe het u die eksamen geslaag?
Hoe heeft u de weg gevonden?	H_e h_t u d_e p_d g_v_n_? Hoe het u die pad gevind? H__ h__ u d__ p__ g______ Hoe het u die pad gevind? ___ ___ _ ___ ___ _______ Hoe het u die pad gevind?

Met wie heeft u gesproken?	M_t w_e h_t u g_p_a_t_ Met wie het u gepraat? M__ w__ h__ u g_______ Met wie het u gepraat? ___ ___ ___ _ ________ Met wie het u gepraat?
Met wie heeft u afgesproken?	M_t w_e h_t u ’_ a_s_r_a_ g_m_a_? Met wie het u ’n afspraak gemaak? M__ w__ h__ u ’_ a_______ g______ Met wie het u ’n afspraak gemaak? ___ ___ ___ _ __ ________ _______ Met wie het u ’n afspraak gemaak?
Met wie heeft u uw verjaardag gevierd?	M_t w_e h_t u u v_r_a_r_d_g g_v_e_? Met wie het u u verjaarsdag gevier? M__ w__ h__ u u v__________ g______ Met wie het u u verjaarsdag gevier? ___ ___ ___ _ _ ___________ _______ Met wie het u u verjaarsdag gevier?

Waar bent u geweest?	W_a_ w_s u_ Waar was u? W___ w__ u_ Waar was u? ____ ___ __ Waar was u?
Waar heeft u gewoond?	W_a_ h_t u g_w_o_? Waar het u gewoon? W___ h__ u g______ Waar het u gewoon? ____ ___ _ _______ Waar het u gewoon?
Waar heeft u gewerkt?	W_a_ h_t u g_w_r_? Waar het u gewerk? W___ h__ u g______ Waar het u gewerk? ____ ___ _ _______ Waar het u gewerk?

Wat heeft u aanbevolen?	W_t h_t u a_n_e_e_l_ Wat het u aanbeveel? W__ h__ u a_________ Wat het u aanbeveel? ___ ___ _ __________ Wat het u aanbeveel?
Wat heeft u gegeten?	W_t h_t u g_ë_t_ Wat het u geëet? W__ h__ u g_____ Wat het u geëet? ___ ___ _ ______ Wat het u geëet?
Wat heeft u ervaren?	W_t h_t u e_v_a_? Wat het u ervaar? W__ h__ u e______ Wat het u ervaar? ___ ___ _ _______ Wat het u ervaar?

Hoe hard heeft u gereden?	H_e v_n_i_ h_t u g_r_? Hoe vinnig het u gery? H__ v_____ h__ u g____ Hoe vinnig het u gery? ___ ______ ___ _ _____ Hoe vinnig het u gery?
Hoe lang heeft u gevlogen?	H_e l_n_ h_t u g_v_i_g_ Hoe lank het u gevlieg? H__ l___ h__ u g_______ Hoe lank het u gevlieg? ___ ____ ___ _ ________ Hoe lank het u gevlieg?
Hoe hoog heeft u gesprongen?	H_e h_o_ h_t u g_s_r_n_? Hoe hoog het u gespring? H__ h___ h__ u g________ Hoe hoog het u gespring? ___ ____ ___ _ _________ Hoe hoog het u gespring?

Taalgids

Grote letters, grote gevoelens

Menu

Koppelingen

Download onze app