Nederlands » Litouws | 61 [eenenzestig] | Ordinaalgetallen

61 [šešiasdešimt vienas] Kelintiniai skaitvardžiai

De eerste maand is januari.	Pirmas (is) mėnuo yra sausis.
De tweede maand is februari.	Antras (is) mėnuo yra vasaris.
De derde maand is maart.	Trečias (is) mėnuo yra kovas.
De vierde maand is april.	Ketvirtas (is) mėnuo yra balandis.
De vijfde maand is mei.	Penktas (is) mėnuo yra gegužė.
De zesde maand is juni.	Šeštas (is) mėnuo yra birželis.
Zes maanden zijn een half jaar.	Šeši mėnesiai yra pusė metų.
januari, februari, maart,	Sausis, vasaris, kovas,
april, mei en juni.	balandis, gegužė ir birželis.
De zevende maand is juli.	Septintas (is) mėnuo yra liepa.
De achtste maand is augustus.	Aštuntas (is) mėnuo yra rugpjūtis.
De negende maand is september.	Devintas (is) mėnuo yra rugsėjis.
De tiende maand is oktober.	Dešimtas (is) mėnuo yra spalis.
De elfde maand is november.	Vienuoliktas (is) mėnuo yra lapkritis.
De twaalfde maand is december.	Dvyliktas (is) mėnuo yra gruodis.
Twaalf maanden zijn een jaar.	Dvylika mėnesių yra metai.
juli, augustus, september,	Liepa, rugpjūtis, rugsėjis,
oktober, november en december.	spalis, lapkritis, gruodis.

Lichaam reageert op het speken

De taal wordt verwerkt in onze hersenen. Wanneer we luisteren of lezen zijn onze hersenen actief. Dit kan met verschillende methoden gemeten worden. Maar niet alleen onze hersenen reageren op taalkundige prikkels. Nieuwe studies tonen aan dat de taal ons lichaam activeert. Ons lichaam werkt bij het lezen of horen van bepaalde woorden. Dit zijn voornamelijk woorden die de lichamelijke reacties beschrijven. Het woord glimlach is een goed voorbeeld. Wanneer we het woord lezen bewegen onze lachspieren Ook negatieve woorden hebben een meetbaar effect. Een voorbeeld hiervan is het woord pijn . Ons lichaam laat een pijn reactie zien als we het lezen. Dus je zou kunnen zeggen dat alles wat we lezen of horen ook gaan nadoen. Hoe duidelijker de taal is, des te meer wij erop gaan reageren. Een precieze omschrijving heeft een sterke reactie als gevolg. Voor een onderzoek werd de activiteit van het lichaam gemeten. Aan de testpersonen werden verschillende woorden getoond. Dat waren positieve en negatieve woorden. De gelaatsuitdrukkingen van de testpersonen gingen tijdens de test veranderen. De bewegingen van de mond en het gezicht gevarieerde. Dit is het bewijs dat de taal een krachtig effect op ons heeft. Woorden zijn meer dan alleen een communicatiemiddel. Onze hersenen vertaalt de taal in lichaamstaal. Hoe dit precies werkt is niet onderzocht. Misschien kunnen de resultaten van het onderzoek echter gevolgen hebben. Artsen overleggen over hoe ze het beste patiënten kunnen behandelen. Omdat veel zieke mensen een lange therapie moeten ondergaan. En daarbij wordt veel gepraat ...