Nederlands » Litouws | 36 [zesendertig] | Openbaar vervoer

36 [trisdešimt šeši] Viešasis miesto transportas

Waar is de bushalte?	Kur yra autobusų stotelė?
Welke bus rijdt er naar het centrum?	Kuris autobusas važiuoja į (miesto) centrą?
Welke bus moet ik nemen?	Kuriuo numeriu man važiuoti?
Moet ik overstappen?	Ar man reikės persėsti?
Waar moet ik overstappen?	Kur man reikės persėsti?
Hoeveel kost een kaartje?	Kiek kainuoja bilietas?
Hoeveel haltes zijn het naar het centrum?	Kiek stotelių yra iki centro?
U moet hier uitstappen.	Jums čia reikia išlipti.
U moet achteraan uitstappen.	(Jūs) turite / Jums reikia išlipti pro galines duris.
De volgende metro komt over 5 minuten.	Kitas metro traukinys atvyks po 5 (penkių) minučių.
De volgende tram komt over 10 minuten.	Kitas tramvajus atvyks po 10 (dešimties) minučių.
De volgende bus komt over 15 minuten.	Kitas autobusas atvyks po 15 (penkiolikos) minučių.
Wanneer gaat de laatste metro?	Kada važiuoja paskutinis metro traukinys?
Wanneer gaat de laatste tram?	Kada važiuoja paskutinis tramvajus?
Wanneer gaat de laatste bus?	Kada važiuoja paskutinis autobusas?
Heeft u een kaartje?	Ar turite bilietą?
Een kaartje? – Nee, ik heb geen kaartje.	Bilietą? — Ne, neturiu.
Dan moet u een boete betalen.	Tai privalote / turite mokėti baudą.

Taalkundige genieën

De meeste mensen zijn blij als ze één vreemde taal spreken. Er zijn ook mensen die meer dan 70 talen beheersen. Ze kunnen al deze talen vloeiend spreken en op de juiste manier schrijven. Je zou kunnen zeggen dat het hyper-Polyglotte mensen zijn. Het fenomeen van de meertaligheid is al eeuwen bekend. Er zijn veel meldingen van mensen met een dergelijk talent. Waar deze gave vandaan komt is nog niet precies onderzocht. In de wetenschap bestaan hiervoor verschillende theorieën. Sommigen mensen vinden dat de hersenen polyglotten anders zijn gestructureerd. Dit verschil is vooral zichtbaar in het gebied van Broca. In dit deel van de hersenen wordt taal geproduceerd. Bij polyglotten zijn de cellen in dit gebied anders opgebouwd. Het is mogelijk dat deze informatie daarom beter te verwerken is. Om deze theorie te bevestigen, ontbreken echter verdere studies. Misschien is het gewoon een speciale motivatie van cruciaal belang. Kinderen leren snel vreemde talen van andere kinderen. Dit is omdat ze bij het spelen willen meedoen. Ze willen een deel van de groep worden en communiceren met anderen. Het leren zal van hun wil tot integratie afhangen. Een andere theorie is dat door te leren de hersenmassa gaat groeien. Daardoor wordt het leren steeds eenvoudiger, hoe meer we leren hoe beter. Ook gaan we talen, die vergelijkbaar zijn met elkaar, gemakkelijker leren. Degenen dat Deens spreekt, kan ook snel Zweeds of Noors leren. Toch blijven vele vragen onbeantwoord. Zeker is dat de intelligentie geen rol speelt. Sommige mensen spreken, ondanks een lage intelligentie vele talen. Maar zelfs de grootste taalkundige genieën hebben veel discipline nodig. Dat troost ons wel een beetje, toch?