Vocabulaire

Ik spreek…
NL Nederlands
Ik wil leren…
AF Afrikaans

Gereedschap   »   Gereedskap

anker

het anker

aambeeld

het aambeeld

lem

het mes

plank

de plank

bout

de bout

botteloopmaker

de flesopener

besem

de bezem

borsel

de borstel

emmer

de emmer

sirkelsaag

de circelzaag

blikoopmaker

de blikopener

ketting

de ketting

kettingsaag

de kettingzaag

beitel

de beitel

sirkelsaaglem

het cirkelzaagblad

boormasjien

de boormachine

skoppie

de stoffer

tuinslang

de tuinslang

rasper

de rasp

hamer

de hamer

skarnier

het scharnier

haak

de haak

leer

de ladder

briefskaal

de brievenweger

magneet

de magneet

troffel

de mortel

spyker

de nagel

naald

de naald

net

het netwerk

moer

de moer

palet-mes

het spatel

laaiplank

de pallet

hooivurk

de hooivork

gladmaker

de schaaf

tang

de tang

stootkarretjie

de handkar

hark

de hark

herstel

de reparatie

tou

het touw

lineaal

de liniaal

saag

de zaag

skêr

de schaar

skroef

de schroef

skroewedraaier

de schroevendraaier

garing

de naaigaren

graaf

de schop

spinwiel

het spinnewiel

spiraalveer

de spiraalveer

garetol

de spoel

staalkabel

de staalkabel

kleefband

de plakband

draad

de draad

gereedskap

het gereedschap

gereedskapskis

de gereedschapskast

grafie

de troffel

haartangetjie

het pincet

klamp

de bankschroef

sweistoerusting

de lasapparatuur

kruiwa

de kruiwagen

kabel

de draad

houtstukkies

het houtspaan

moersleutel

de moersleutel
Ga terug