50 languages

Date:
Test Number:
Score:
Time spent on test:
Grunnleggende:


10/31/2024
1
0
0:00 sec
Yes

Tester 1

Tilfeldig
Gå til testnummer:

0/10

Klikk på et ord!
1.jeg og duik en  
2.en, to, tre , twee, drie  
3.Barnet liker kakao og eplejuice.Het kind houdt van chocolademelk appelsap.  
4.Oppvasken er skitten. afwas is vuil.  
5.Jeg vil til flyplassen.Ik graag naar de luchthaven.  
6.Liker du svin?Houd van varkensvlees?  
7.Hvor er bussholdeplassen?Waar is de ?  
8.Hvor er slottet? is het kasteel?  
9.Ta med deg solkrem.Neem zonnecrême .  
10.Jeg trenger et bor og en skrutrekker.Ik heb een boormachine en een nodig.  
jij
een
en
De
wil
je
bushalte
Waar
mee
schroevendraaier