Testen 9

Vorige Volgende A - A +

Ga naar testnummer:

0/10

Klik op een woord!

1.	Mijn gezin is hier.	familj är här.
2.	Twee. De tweede.	. Den andra.
3.	Hij drinkt koffie.	Han kaffe.
4.	Zal ik de uien snijden?	Ska jag skära ?
5.	Ik wil graag een auto huren.	Jag skulle vilja en bil.
6.	Het eten is koud.	Maten kall.
7.	De volgende metro komt over 5 minuten.	tunnelbanetåg kommer om 5 minuter.
8.	Is de markt zondags geopend?	Är marknadsplatsen öppen söndagar?
9.	Vergeet de pyjama’s, de nachthemden, en de T-shirts niet.	Kom ihåg pyjamasarna, nattlinnena T-shirtarna.
10.	Wij willen namelijk een voetbal kopen.	Vi nämligen vilja köpa en fotboll.