50 languages

Date:
Test Number:
Score:
Time spent on test:
Beginner:


12/21/2025
44
0
0:00 sec
Yes

Testen 44

Willekeurig
Ga naar testnummer:

0/10

Klik op een woord!
1.Sorry, maar ik heb al plannen. gaila, (aš) jau esu kai ką numatęs / numačiusi.  
2.de week  
3.Ik eet een boterham met halvarine.(Aš) valgau sumuštinį margarinu.  
4.Hij is buitenlander.Jis ( ) užsienietis.  
5.Ik wil graag een kamer met douche.( ) norėčiau kambario su dušu.  
6.Eet je ook graag broccoli? mėgsti ir brokolius?  
7.Kunt u wat langzamer rijden? važiuoti lėčiau.  
8.Waar zijn de gorilla’s en de zebra’s?Kur (yra) ir zebrai?  
9.Momenteel spelen ze gelijk. metu lygiosios.  
10.Ik ben op zoek naar een baan.(Aš) ieškau .  
Labai
savaitė
su
yra
Ar
Prašau
gorilos
Šiuo
darbo