50 languages

Date:
Test Number:
Score:
Time spent on test:
Beginner:

12/23/2025
50
0
0:00 sec
Yes

Testen 50

Willekeurig
Vorige Volgende A - A +
Ga naar testnummer:

0/10

Klik op een woord!
1.We zijn op school.Siamo a .  
2.De vijfde dag is vrijdag.Il quinto giorno è il .  
3.We hebben wortelen en tomaten nodig voor de soep. bisogno di carote e pomodori per la minestra.  
4.Ik ben vertaler.Sono .  
5.Hier is mijn bagage.Ecco i miei .  
6.Wanneer gaat de volgende trein naar Berlijn?Quando parte il prossimo treno Berlino?  
7.Laat maar zitten, de rest is voor u.Va bene così, resto è per Lei.  
8.Wat speelt er vanavond in de schouwburg? c’è stasera a teatro?  
9.Laat ons naar het zwembad gaan.Andiamo piscina?  
10.bang zijnaver  
scuola
venerdì
Abbiamo
traduttore
bagagli
per
il
Cosa
in
paura