50 languages

Date:
Test Number:
Score:
Time spent on test:
Beginner:


12/23/2025
3
0
0:00 sec
Yes

Testen 3

Willekeurig
Ga naar testnummer:

0/10

Klik op een woord!
1.zij beiden due  
2.Ik tel tot drie.Io fino a tre.  
3.vier, vijf, zes,quattro, cinque, ,  
4.dertien  
5.Wie stofzuigt?Chi ? / Chi passa l’aspirapolvere?  
6.Ik wil graag een groenteschotel.Vorrei un piatto di .  
7.Welke bus moet ik nemen? linea devo prendere?  
8.Wanneer eindigt de rondleiding? finisce la visita guidata?  
9.Neem je zonnehoed mee.Portati cappello per il sole.  
10.Ik heb een halsketting en een armband nodig.Ho bisogno di una collana e un braccialetto.  
loro
conto
sei
tredici
spolvera
verdura
Che
Quando
il
di