Testen 85

Vorige Volgende A - A +

Ga naar testnummer:

0/10

Klik op een woord!

1.	Ik lees een woord.	Je lis mot.
2.	Ik drink thee.	Je bois du .
3.	De televisie is helemaal nieuw.	La est toute neuve.
4.	Wees volgende keer op tijd!	Sois plus ponctuel(le) la fois !
5.	Ik wil graag thee met melk.	Je un thé au lait.
6.	Is dat een directe vlucht?	que c’est un vol direct ?
7.	Dan rijdt u rechtdoor over het volgende kruispunt.	Continuez ensuite tout droit au carrefour.
8.	Ik ben hier nog nooit geweest.	n’y étais encore jamais venue.
9.	Ik wil naar de bakker om broodjes en brood te kopen.	Je veux aller chez le boulanger pour acheter petits pains et du pain.
10.	Eerst het hoofd.	D’abord, tête.