Testen 25

Vorige Volgende A - A +

Ga naar testnummer:

0/10

Klik op een woord!

1.	de tante	la
2.	Het is vijf uur.	Il est cinq .
3.	Welke kleur heeft de zon? Geel.	Quelle est la couleur du ? Jaune.
4.	Maak het uzelf gemakkelijk!	Mettez-vous à aise !
5.	Die vogel vind ik mooi.	Cet oiseau plaît.
6.	Een spiegelei?	œuf au plat ?
7.	Is het gevaarlijk om ’s nachts te gaan wandelen?	Est-ce que c’est dangereux de se la nuit ?
8.	Ik interesseer me voor kunst.	m’intéresse à l’art.
9.	Kun je waterski’s huren?	qu’on peut louer des skis nautiques ?
10.	Ik wil graag een cadeautje kopen.	Je voudrais un cadeau.