50 languages

Date:

Test Number:

Score:

Time spent on test:

Beginner:

12/28/2025

1

0

0:00 sec

Yes

Testen 1

Vorige Volgende A - A +

Ga naar testnummer:

0/10

Klik op een woord!

1.	ik en jij	mina sina
2.	een, twee, drie	üks, , kolm
3.	Het kind houdt van chocolademelk en appelsap.	Lapsele meeldib kakao ja .
4.	De afwas is vuil.	Nõud on .
5.	Ik wil graag naar de luchthaven.	Ma sooviks lennujaama .
6.	Houd je van varkensvlees?	Meeldib sealiha?
7.	Waar is de bushalte?	Kus asub ?
8.	Waar is het kasteel?	Kus asub ?
9.	Neem zonnecrême mee.	päikesekreem kaasa.
10.	Ik heb een boormachine en een schroevendraaier nodig.	on vaja puuri ja kruvikeerajat.