50 languages

Date:
Test Number:
Score:
Time spent on test:
Beginner:


12/24/2025
76
0
0:00 sec
Yes

Testen 76

Willekeurig
Ga naar testnummer:

0/10

Klik op een woord!
1.Frankrijk ligt in Europa.Francia está en .  
2.juli  
3.Er staan bomen naast het huis.Hay árboles al lado de casa.  
4.Men hoort waar u vandaan komt.Uno puede de dónde viene (usted).  
5.Wat kunt u aanbevelen?¿Qué recomienda (usted)?  
6.De slaapwagen is aan het eind van de trein.El coche-cama al final del tren.  
7.Ga links de hoek om.Gire ( ) a la izquierda en la esquina.  
8.De film was niet saai.La no fue aburrida.  
9.Ik wil naar de krantenwinkel om een krant te kopen.Quiero ir al quiosco para comprar un .  
10.Ik heb vaak hoofdpijn.Tengo dolor cabeza a menudo.  
Europa
julio
la
deducir
me
está
usted
película
periódico
de