50 languages

Date:

Test Number:

Score:

Time spent on test:

Beginner:

12/18/2025

21

0

0:00 sec

Yes

Testen 21

Vorige Volgende A - A +

Ga naar testnummer:

0/10

Klik op een woord!

1.	de dochter	la
2.	Het is een uur.	la una.
3.	De aarde is bruin.	La tierra es .
4.	Ik dek de tafel.	Yo poniendo la mesa.
5.	Zie je dat dorp daar?	¿Ves pueblo allá?
6.	Wat wilt u als ontbijt?	¿Qué desea / querría (usted) ?
7.	Hij vaart met de boot.	Él va en .
8.	Wat voor een gebouw is dat?	¿Qué tipo de edificio es ?
9.	Ik zou graag willen duiken.	gustaría bucear.
10.	Ik zoek een juwelier om een ring te kopen.	Estoy buscando una joyería comprar un anillo.