50 languages

Date:
Test Number:
Score:
Time spent on test:
Beginner:


12/27/2025
7
0
0:00 sec
Yes

Testen 7

Willekeurig
Ga naar testnummer:

0/10

Klik op een woord!
1.een gezin  
2.Hij telt. kalkulas.  
3.Hij studeert aan de universiteit.Petro studas ĉe universitato.  
4.Wat wil je vandaag koken? vi volas kuiri hodiaŭ?  
5.Ik heb een plattegrond nodig.Mi bezonas .  
6.Wilt u dat met aardappelen?Ĉu vi ŝatus tion kun ?  
7.U moet hier uitstappen.Vi elbusiĝi ĉi-tie.  
8.Ik wil graag een gids die Frans spreekt.Mi ŝatus francparolantan .  
9.Vergeet de broeken, de hemden, en de sokken niet.Memoru preni la , la ĉemizojn, la ŝtrumpojn.  
10.Wij zoeken een slagerij.Ni viandovendejon.  
familio
Li
la
Kion
urbomapon
terpomoj
devas
ĉiĉeronon
pantalonojn
serĉas