Testen 31

Vorige Volgende A - A +

Ga naar testnummer:

0/10

Klik op een woord!

1.	Dag!	!
2.	Het is elf uur.	It eleven o’clock.
3.	Welke kleur heeft de wolk? Grijs.	What / color (am.) is the cloud? Grey / Gray (am.).
4.	Dit is mijn gitaar.	This is guitar.
5.	Ik vind dat mooi.	I find pretty.
6.	Eén patat / pakje frieten met ketchup.	I’d like chips / fries (am.) with ketchup.
7.	Hoe lang kun je hier parkeren?	How long can one here?
8.	Waar zijn de beren?	Where are the ?
9.	Heb je dan skischoenen bij je?	Do you have boots?
10.	Wat voor werk doet u?	What do you do a living?