50 languages

Date:

Test Number:

Score:

Time spent on test:

Beginner:

12/15/2025

8

0

0:00 sec

Yes

Testen 8

Vorige Volgende A - A +

Ga naar testnummer:

0/10

Klik op een woord!

1.	mijn gezin	meine
2.	Een. De eerste.	Eins. Der .
3.	Hij studeert talen.	Er Sprachen.
4.	Kook jij elektrisch of op een gasfornuis?	Kochst du elektrisch oder mit ?
5.	Ik heb een hotel nodig.	brauche ein Hotel.
6.	Dit smaakt niet best.	Das schmeckt nicht.
7.	U moet achteraan uitstappen.	Sie müssen aussteigen.
8.	tweeënveertig
9.	Vergeet de dassen, de riemen, en de colberts niet.	Denk an die , die Gürtel, die Sakkos.
10.	Wij zoeken een apotheek.	Wir suchen eine .