50 languages

Date:

Test Number:

Score:

Time spent on test:

Beginner:

12/25/2025

66

0

0:00 sec

Yes

Testen 66

Vorige Volgende A - A +

Ga naar testnummer:

0/10

Klik op een woord!

1.	Landen en talen	Länder Sprachen
2.	Wie is dat?	Wer das?
3.	Het is zonnig.	Es ist .
4.	Waar heeft u Spaans geleerd?	Wo haben Sie gelernt?
5.	De televisie is stuk.	Der Fernseher ist .
6.	Ik wil graag een retourtje Kopenhagen.	Ich möchte eine Rückfahrkarte nach .
7.	Heeft u een telefoon bij u?	Haben ein Handy bei sich?
8.	In de bioscoop	Kino
9.	Ik ga nu uit het water.	Ich gehe jetzt aus dem .
10.	Ik heb een afspraak bij de dokter.	Ich habe einen beim Arzt.