50 languages

Date:

Test Number:

Score:

Time spent on test:

Beginner:

12/21/2025

31

0

0:00 sec

Yes

Testen 31

Vorige Volgende A - A +

Ga naar testnummer:

0/10

Klik op een woord!

1.	Dag!	Tag!
2.	Het is elf uur.	Es ist elf .
3.	Welke kleur heeft de wolk? Grijs.	Welche Farbe hat die Wolke? .
4.	Dit is mijn gitaar.	ist meine Gitarre.
5.	Ik vind dat mooi.	Ich finde hübsch.
6.	Eén patat / pakje frieten met ketchup.	Einmal Pommes mit Ketchup.
7.	Hoe lang kun je hier parkeren?	Wie lange kann man hier ?
8.	Waar zijn de beren?	Wo die Bären?
9.	Heb je dan skischoenen bij je?	Hast du denn dabei?
10.	Wat voor werk doet u?	Was Sie beruflich?