50 languages

Date:

Test Number:

Score:

Time spent on test:

Beginner:

12/17/2025

94

0

0:00 sec

Yes

Testen 94

Vorige Volgende A - A +

Ga naar testnummer:

0/10

Klik op een woord!

1.	Ik schrijf een woord.	Píšu .
2.	Drink je alcohol?	alkohol?
3.	De kinderen ruimen de kinderkamer op.	si uklidí dětský pokoj.
4.	Zullen we naar het strand gaan?	Nepojedeme na ?
5.	Een limonade, alstublieft.	, prosím.
6.	Wanneer rijdt er een bus naar het centrum van de stad?	Kdy jede do centra?
7.	Waar is de Dom?	je katedrála?
8.	zevenenveertig	čtyřicet
9.	Ik heb een kast en een commode nodig.	Potřebuji skříň a .
10.	Hij draagt ook een sjaal om zijn nek.	Kolem má také šálu.