50 languages

Date:
Test Number:
Score:
Time spent on test:
Beginner:


12/29/2025
1
0
0:00 sec
Yes

Testen 1

Willekeurig
Ga naar testnummer:

0/10

Klik op een woord!
1.ik en jijjo i  
2.een, twee, drieU, dos,  
3.Het kind houdt van chocolademelk en appelsap.Al nen / A la nena li el cacau i el suc de poma.  
4.De afwas is vuil.La vaixella està .  
5.Ik wil graag naar de luchthaven.M'agradaria anar a .  
6.Houd je van varkensvlees? el porc?  
7.Waar is de bushalte?On és la de l'autobús?  
8.Waar is het kasteel?On el castell?  
9.Neem zonnecrême mee. crema solar.  
10.Ik heb een boormachine en een schroevendraaier nodig.Necessito trepant i un tornavís.  
tu
tres
agrada
bruta
l'aeroport
T'agrada
parada
és
Emporta’t
un