50 languages

Date:
Test Number:
Score:
Time spent on test:
Beginner:

12/22/2025
1
0
0:00 sec
Yes

Testen 1

Willekeurig
Vorige Volgende A - A +
Ga naar testnummer:

0/10

Klik op een woord!
1.ik en jijek jy  
2.een, twee, drie , twee, drie  
3.Het kind houdt van chocolademelk en appelsap.Die kind van sjokolademelk en appelsap.  
4.De afwas is vuil.Die skottelgoed vuil.  
5.Ik wil graag naar de luchthaven.Ek wil na die lughawe gaan.  
6.Houd je van varkensvlees?Hou van varkvleis?  
7.Waar is de bushalte?Waar is die ?  
8.Waar is het kasteel?Waar is kasteel?  
9.Neem zonnecrême mee.Neem sonbrandroom .  
10.Ik heb een boormachine en een schroevendraaier nodig.Ek het ’n boor en ’n skroewedraaier .  
en
een
hou
is
toe
jy
bushalte
die
saam
nodig