50 languages

Date:
Test Number:
Score:
Time spent on test:
Elementare:


12/27/2025
93
0
0:00 sec
Yes

Test 93

Random
Vai al numero del test:

0/10

Clicca una parola!
1.Io scrivo una lettera (dell’alfabeto).Ik schrijf een .  
2.La gente beve vino e birra.De mensen drinken en bier.  
3.La nonna annaffia i fiori.Grootmoeder geeft planten water.  
4.Facciamo un picnic?Zullen we gaan ?  
5.Un succo di mela, per favore. appelsap, alstublieft.  
6.Quando arriviamo?Wanneer we er?  
7.Dov’è il centro storico? is het oude stadscentrum?  
8.Eccolo che viene!Daar komt hij aan!  
9.Dove sono i mobili?Waar zijn de ?  
10.Lui ha in mano un bastone.Hij draagt een stok in zijn .  
letter
wijn
de
picknicken
Een
zijn
Waar
net
meubels
handen