50 languages

Date:
Test Number:
Score:
Time spent on test:
Elementare:

12/20/2025
11
0
0:00 sec
Yes

Test 11

Random
Precedente Successivo A - A +
Vai al numero del test:

0/10

Clicca una parola!
1.Tu sei qui. bent hier.  
2.Quattro. Il quarto.Vier. De .  
3.Gli piace ascoltare la musica.Zij graag naar muziek.  
4.Lavo l’insalata?Zal ik de wassen?  
5.Ecco la mia patente.Hier mijn rijbewijs.  
6.trentuno  
7.Il prossimo autobus passa fra quindici minuti.De volgende bus komt over 15 .  
8.È aperta l’esposizione il martedì?Is de tentoonstelling dinsdags ?  
9.Hai bisogno di fazzoletti di carta, sapone e del tagliaunghie.Je hebt zakdoeken, zeep en nagelschaar nodig.  
10.Infatti vogliamo comprare delle medicine.Wij willen namelijk kopen.  
Jij
vierde
luisteren
sla
is
eenendertig
minuten
geopend
een
medicijnen