50 languages

Date:
Test Number:
Score:
Time spent on test:
Basique:

12/10/2025
7
0
0:00 sec
Yes

Essais 7

Aléatoire
Précédent Suivant A - A +
Aller au numéro de test:

0/10

Cliquez sur un mot !
1.une familleeen  
2.Il compte.Hij .  
3.Il étudie à l’université.Hij aan de universiteit.  
4.Que veux-tu cuisiner aujourd’hui ?Wat wil je vandaag ?  
5.J’ai besoin d’un plan de la ville. heb een plattegrond nodig.  
6.Voulez-vous des pommes de terre en accompagnement ?Wilt u met aardappelen?  
7.Vous devez descendre ici.U hier uitstappen.  
8.Je voudrais un guide qui parle français.Ik wil graag een gids die Frans .  
9.Pense aux pantalons, aux chemises et aux chaussettes.Vergeet de broeken, hemden, en de sokken niet.  
10.Nous cherchons une boucherie.Wij een slagerij.  
gezin
telt
studeert
koken
Ik
dat
moet
spreekt
de
zoeken