50 languages

Date:
Test Number:
Score:
Time spent on test:
Básico:


12/21/2025
34
0
0:00 sec
Yes

Pruebas 34

0/10

¡Haz click en una palabra!
1.¿Viene (usted) de América?Komt u uit ?  
2.Una hora tiene sesenta minutos.Een uur heeft zestig .  
3.Yo tengo una fresa.Ik heb een .  
4.¿Tiene (usted) un perro? u een hond?  
5.(Eso) me parece feo.Ik vind dat .  
6.¿Qué verduras tiene (usted)?Wat voor groenten u?  
7.¿Se pueden alquilar esquís aquí?Kun je hier huren?  
8.¿Dónde están los leones?Waar zijn leeuwen?  
9.(Yo) voy a un club deportivo.Ik naar een sportschool.  
10.Pronto recibiremos nuestra pensión.Wij zullen gauw ons pensioen .  
Amerika
minuten
aardbei
Heeft
lelijk
heeft
ski’s
de
ga
ontvangen