50 languages

Date:
Test Number:
Score:
Time spent on test:
Básico:


12/21/2025
2
0
0:00 sec
Yes

Pruebas 2

0/10

¡Haz click en una palabra!
1.nosotros / nosotras dos beiden  
2.A la mujer le gusta el zumo de naranja y el zumo de pomelo.De houdt van sinaasappel- en grapefruitsap.  
3.¿Quién limpia las ventanas?Wie maakt ramen schoon?  
4.Me gustaría ir al centro de la ciudad.Ik wil naar het centrum van de stad.  
5.¿Cómo se va a la estación?Hoe kom ik het station?  
6.Querría algo sin carne.Ik wil graag zonder vlees.  
7.¿Cuándo empieza la visita guiada? begint de rondleiding?  
8.Lleva las gafas de sol (contigo).Neem zonnebril mee.  
9.¿En dónde está el departamento de joyas?Waar is de ?  
10.(Yo) necesito un anillo y unos pendientes / aretes (am.).Ik heb een ring oorbellen nodig.  
wij
vrouw
de
graag
bij
iets
Wanneer
je
juweliersafdeling
en