50 languages

Date:
Test Number:
Score:
Time spent on test:
Basic:


12/31/2025
11
0
0:00 sec
Yes

Testoj 11

Random
Iru al testa numero:

0/10

Click on a word!
1.Vi estas ĉi-tie.Jij hier.  
2.Kvar. La kvara.Vier. vierde.  
3.Ili ŝatas aŭskulti muzikon.Zij luisteren naar muziek.  
4.Ĉu mi lavu la salaton? ik de sla wassen?  
5.Jen mia stirpermesilo.Hier is rijbewijs.  
6.tridek unu  
7.La sekvanta buso alvenos post dek kvin minutoj.De volgende bus komt 15 minuten.  
8.Ĉu la ekspozicio marde malfermitas?Is de tentoonstelling geopend?  
9.Vi bezonas poŝtukojn, sapon kaj ungotondilon.Je hebt zakdoeken, en een nagelschaar nodig.  
10.Ni ja volas aĉeti medikamentojn. willen namelijk medicijnen kopen.  
bent
De
graag
Zal
mijn
eenendertig
over
dinsdags
zeep
Wij