50 languages

Date:
Test Number:
Score:
Time spent on test:
Basic:


12/24/2025
70
0
0:00 sec
Yes

Tests 70

Random
Go to test number:

0/10

Click on a word!
1.She speaks Spanish. spreekt Spaans.  
2.March  
3.It is warm today.Het is warm .  
4.I can understand them well.Ik kan ze goed .  
5.Is there a youth hostel nearby?Is er hier in de een jeugdherberg?  
6.When does the train leave?Wanneer vertrekt trein?  
7.Your papers, please.Uw papieren, .  
8.Where is the cash register?Waar is de ?  
9.I want to go to the newspaper stand. wil naar de krantenwinkel.  
10.The doctor is on his way.De dokter er zo aan.  
Zij
maart
vandaag
verstaan
buurt
de
alstublieft
kassa
Ik
komt