50 languages

Date:
Test Number:
Score:
Time spent on test:
Leicht:


12/26/2025
95
0
0:00 sec
Yes

Tests 95

0/10

Klick auf ein Wort!
1.Ich schreibe einen Satz. schrijf een zin.  
2.Trinkst du Whisky?Drink whisky?  
3.Mein Mann räumt seinen Schreibtisch auf.Mijn man ruimt zijn op.  
4.Wollen wir in die Berge fahren?Zullen we naar bergen gaan?  
5.Einen Tomatensaft, bitte.Een , alstublieft.  
6.Ist das Ihr Koffer?Is uw koffer?  
7.Wo ist das Museum? is het museum?  
8.Du musst unseren Koffer packen!Je moet koffer inpakken!  
9.Ich brauche einen Schreibtisch und ein Regal.Ik heb bureau en een plank nodig.  
10.Es ist Winter und es ist kalt.Het is en het is koud.  
Ik
je
bureau
de
tomatensap
dat
Waar
onze
een
winter