50 languages

Date:
Test Number:
Score:
Time spent on test:
Leicht:


12/23/2025
62
0
0:00 sec
Yes

Tests 62

0/10

Klick auf ein Wort!
1.Sie lernen Russisch. leren Russisch.  
2.Ich bleibe zu Hause.Ik blijf .  
3.Es ist kalt.Het koud.  
4.Morgen gibt es hier eine Party.Morgen is hier feestje.  
5.Das Zimmer ist zu klein. kamer is te klein.  
6.Muss ich umsteigen?Moet overstappen?  
7.Ich brauche einen Abschleppdienst.Ik een takeldienst nodig.  
8.Ist hier in der Nähe ein Golfplatz?Is hier in de buurt een golfbaan?  
9.Ist das Wasser sauber?Is water schoon?  
10.Durst haben hebben  
Zij
thuis
is
een
De
ik
heb
er
het
dorst