50 languages

Date:
Test Number:
Score:
Time spent on test:
Leicht:


12/23/2025
60
0
0:00 sec
Yes

Tests 60

0/10

Klick auf ein Wort!
1.Wir lernen Französisch.Wij leren .  
2.Heute ist Sonntag.Vandaag is het .  
3.Im Winter schneit oder regnet es. de winter sneeuwt of regent het.  
4.Was für eine Hitze! een hitte!  
5.Das Zimmer hat keinen Balkon.De kamer heeft geen .  
6.Wann kommt der Zug in Moskau an?Wanneer komt de trein in aan?  
7.Haben Sie einen Reservekanister?Heeft u een ?  
8.Wann beginnt die Vorstellung? begint de voorstelling?  
9.Wo ist die Schwimmbrille? is de zwembril?  
10.Habt ihr Hunger?Hebben jullie ?  
Frans
zondag
In
Wat
balkon
Moskou
jerrycan
Wanneer
Waar
honger