50 languages

Date:
Test Number:
Score:
Time spent on test:
Leicht:


12/21/2025
36
0
0:00 sec
Yes

Tests 36

0/10

Klick auf ein Wort!
1.In welchem Hotel wohnen Sie?In welk hotel u?  
2.neun  
3.Ich habe eine Orange und eine Grapefruit.Ik een sinaasappel en een grapefruit.  
4.Hier sind meine Bücher.Dit mijn boeken.  
5.Ich finde das furchtbar.Ik vind dat .  
6.Haben Sie Blumenkohl?Heeft u ?  
7.Rufen Sie bitte ein Taxi.Kunt u taxi bestellen?  
8.Wo ist eine Batterie?Waar is een ?  
9.Manchmal schwimmen wir.We af en toe.  
10.Ich möchte Ingenieur werden.Ik graag ingenieur worden.  
verblijft
negen
heb
zijn
vreselijk
bloemkool
een
batterij
zwemmen
wil