50 languages

Date:
Test Number:
Score:
Time spent on test:
Leicht:


05/19/2024
2
0
0:00 sec
Yes
Tests 2

0/10

Klick auf ein Wort!
1.wir beidewij  
2.Die Frau mag Orangensaft und Grapefruitsaft.De vrouw houdt van sinaasappel- en .  
3.Wer putzt die Fenster?Wie maakt de schoon?  
4.Ich möchte ins Stadtzentrum.Ik wil graag het centrum van de stad.  
5.Wie komme ich zum Bahnhof?Hoe ik bij het station?  
6.Ich möchte etwas ohne Fleisch.Ik graag iets zonder vlees.  
7.Wann beginnt die Führung?Wanneer begint rondleiding?  
8.Nimm die Sonnenbrille mit.Neem zonnebril mee.  
9.Wo ist der Schmuck? is de juweliersafdeling?  
10.Ich brauche einen Ring und Ohrringe.Ik heb een ring oorbellen nodig.  
beiden
grapefruitsap
ramen
naar
kom
wil
de
je
Waar
en