TEST 12: Deutsch - Niederländisch
Zieh das Wort in die Lücke!
Frans - Opent - Zou - als - avond - bezet - dik - drink - geleden - maar - mogen - niks - ontvangen - praten - wijn -
1. Kannst du mir einen Gefallen tun? >
je iets voor mij willen doen?
2. laut sprechen >
hard spreken / hard
3. Taxi besetzt >
taxi
4. Ich möchte gerne mit Ihnen einen Abend ausgehen. >
Ik zou U graag een
willen uitnodigen om ergens heen te gaan.
5. ich trinke lieber Kaffee >
ik
liever koffie
6. den Wein probieren / versuchen / kosten >
de
proeven
7. gern haben / lieb haben >
/ houden van
8. Öffnen Sie dieses Paket. >
u dit pakket.
9. Wie lange ist es her? >
Hoe lang is het
?
10. einen Brief erhalten >
een brief
11. so groß wie >
zo groot
12. drei Meter dick >
drie meter
13. es hilft nichts >
het heeft geen zin / het wordt niets / het wordt
14. auf französisch >
in het
15. nur noch 3 Minuten >
nog
drie minuten
Copyright © 1997-2012 by Goethe-Verlag GmbH München, Germany
All rights reserved. Siehe
LIZENZ-VEREINBARUNG
KOSTENLOS zum privaten Gebrauch, für öffentliche Schulen und für nicht-kommerzielle Zwecke.