Ordförråd

Verktyg » Gereedschap

het anker

ankare

het aambeeld

städ

het mes

knivblad

de plank

bräda

de bout

bult

de flesopener

flasköppnare

de bezem

kvast

de borstel

borste

de emmer

hink

de circelzaag

cirkelsåg

de blikopener

burköppnare

de ketting

kedja

de kettingzaag

motorsåg

de beitel

huggmejsel

het cirkelzaagblad

sågklinga

de boormachine

borrmaskin

de stoffer

sopskyffel

de tuinslang

trädgårdsslang

de rasp

rivjärn

de hamer

hammare

het scharnier

gångjärn

de haak

krok

de ladder

stege

de brievenweger

brevvåg

de magneet

magnet

de mortel

murbruk

de nagel

spik

de naald

nål

het netwerk

nät

de moer

mutter

het spatel

palettkniv

de pallet

lastpall

de hooivork

grep

de schaaf

hyvel

de tang

tång

de handkar

säckkärra

de hark

kratta

de reparatie

reparation

het touw

rep

de liniaal

linjal

de zaag

såg

de schaar

sax

de schroef

skruv

de schroevendraaier

skruvmejsel

de naaigaren

sytråd

de schop

spade

het spinnewiel

spinnrock

de spiraalveer

fjäder

de spoel

spole

de staalkabel

stålvajer

de plakband

tejp

de draad

gänga

het gereedschap

verktyg

de gereedschapskast

verktygslåda

de troffel

planteringsspade

het pincet

pincett

de bankschroef

skruvstäd

de lasapparatuur

svetsutrustning

de kruiwagen

skottkärra

de draad

vajer

het houtspaan

träflis

de moersleutel

nyckel