어휘

음식   »   Voedsel

de eetlust

식욕

het voorgerecht

전채

het spek

베이컨

de verjaardagstaart

생일 케이크

het koekje

비스킷

de braadworst

브라트부르스트

het brood

het ontbijt

아침 식사

het broodje

번빵

het boter

버터

de kantine

카페테리아

de cake

케이크

het snoep

사탕

de cashewnoten

캐슈 너트

de kaas

치즈

de kauwgom

de kip

닭고기

de chocolade

초콜릿

de kokosnoot

코코넛

de koffiebonen

커피 원두

de slagroom

크림

de komijn

쿠민

het dessert

디저트

het dessert

디저트

het diner

저녁 식사

de schotel

요리

het deeg

밀가루 반죽

het ei

계란

de bloem

가루

de franse frietjes

감자 튀김

het gebakken ei

계란 프라이

de hazelnoot

헤즐넛

het ijs

아이스크림

de ketchup

케첩

de lasagne

라자냐

de drop

감초

de lunch

점심 시간

de macaroni

마카로니

de aardappelpuree

으깬 감자

het vlees

고기

de paddestoel

버섯

de mie

국수

de havermout

귀리 가루

de paella

파엘라

de pannenkoek

팬케이크

de pinda

땅콩

de peper

후추

de peperstrooier

후추병

de pepermolen

후추 빻는 기구

de augurk

피클

de taart

파이

de pizza

피자

de popcorn

팝콘

de aardappel

감자

de aardappel chips

감자칩

de chocolade

프랄린

de krakeling stokjes

프레첼 스틱

de rozijnen

건포도

de rijst

de gebraden varkensvlees

돼지고기 구이

de salade

샐러드

de salami

살라미

de zalm

연어

het zoutvaatje

소금 뿌리개

de sandwich

샌드위치

de saus

소스

de worst

소시지

de sesam

참깨

de soep

수프

de spaghetti

스파게티

de kruiden

향신료

de biefstuk

스테이크

de aardbeien taart

딸기 타트

de suiker

설탕

de ijsbeker

선디

de zonnebloempitten

해바라기씨

de sushi

초밥

de taart

타트

de toast

토스트

de wafel

와플

de ober

웨이터

de walnoot

호두
돌아가기